Golven

Een golf bestaat globaal uit 4 stadia, welke sequentieel na elkaar plaats vinden hoe dichter naar de kant toe.

1. vrij rollende golf
Dit is gewoon de bekende bult op zee. Hier kun je gemakkelijk overheen varen. Waterdiepte is groot.

2. Steile, opstaande golf.
Dit is het begin van de golf zoals de meeste mensen die aan de kust kennen. De golf wordt steiler onder invloed van de afnemende waterdiepte. Als je hier volgas overheen knalt dan vlieg je (meestal ongecontroleerd) de lucht in: remedie: kite hoog houden en keihard aan de wind varen om snelheid te verliezen. Zo kun je er nl. gecontroleerd over heen varen.
Beter is het nog door iets snelheid te verliezen, maar wel gang erin houden. Ook kite omhoog sturen en dan schuin over de golf heen varen door ruime wind te varen. Hierdoor wordt je baan over de golf veel minder steil.

3. Brekende golf.
De steile golf is nu op zijn steilst, en de top krult al om en heeft een witte schuimkraag.
Zelfde als bij 2, maar blijf opletten dat hij niet geheel breekt. Dan is het beste toch echt springen of omdraaien.

4. Een gebroken golf. Een grote schuimmassa waarin grip houden erg lastig is.
Deze bult van wit water is eenvoudig over te komen door vlak voordat je het gaat raken even te ollie-en: voorste voet omhoog trekken, poppen met je achterste. Ook hier is wat snelheid minderen aan te raden.